Iedereen kan zingen
“Iedereen kan zingen,” zegt ze, terwijl ze een akkoord aanslaat op de digitale piano. “Doe mij maar na,” zegt ze, en ze begint met een lage toon en gaat dan de hoogte in. Ik doe haar na, waarna ze een volgende toon inzet en ik die ook mag nadoen.
“Je kunt prima toon houden en je zingt zuiver, dus je kunt zingen,” zegt ze.
Ik voel me groeien door het compliment. Hoe vaak heb ik als kind niet te horen gekregen dat ik moest stoppen met zingen, omdat het niet om aan te horen was? Zo vaak, dat ik ervan uitging dat de mensen om me heen gelijk hadden en dat ik een vreselijke stem had. Maar nu hoor ik van een zangdocent dat ik zuivere tonen kan zingen.
Toen ik klein was, zong mijn moeder ook weleens kerkelijke liederen. Ik zong soms mee. Als ik uithaalde met mijn stem, kreeg ik te horen dat ik niet zo moest galpen, en ik kan je vertellen: dat was geen compliment.
Op school moesten we vaak zingen. Er was een jongen die niet mee mocht doen, omdat hij een brommend geluid maakte. Ik vond dat zielig voor hem. Op een dag waren we weer klassikaal aan het zingen, toen de docent tegen mij zei: “Dicky, stop jij maar met zingen.” Ik weet nog dat het even stil werd in de klas. Sommige kinderen keken naar me. Ik wilde wel door de grond zakken, zo erg schaamde ik me.
Door deze en andere incidenten kreeg ik de overtuiging dat mijn zangstem niet om aan te horen was. Ik begon te geloven dat ik maar beter niet kon zingen. Toch bleef het knagen. Ik wilde zó graag zingen. Dus toen vorig jaar twee mensen, ongeveer tegelijkertijd, vertelden dat ze op zangles zaten bij een heel leuke docent, besloot ik me op te geven en te leren zingen.
Tijdens de tweede les mag ik weer allerlei tonen nadoen, en krijg ik ook een lied mee om in te studeren — een lied met voor mij uitdagende hoge tonen. Elke dag oefen ik en tijdens de les mag ik het ingestudeerde laten horen. De docent neemt mijn stem op en stuurt me het geluidsfragment toe.
Ik open het bestand en wil het het liefst meteen opslaan en vergeten, want het klinkt vast vreselijk.
Gespannen klik ik op play. Met een knoop in mijn maag luister ik naar wat komen gaat. De eerste tonen klinken — en bijna onmiddellijk ontspant mijn buik, want tot mijn verbazing klinkt het best goed. Een beetje verdwaasd luister ik het geluidsfragment verder af en kom tot de conclusie dat:
Ik kan zingen!
Dicky Meijer