Interventie 

Afgelopen week realiseerde ik me dat ik de laatste tijd niet meer genoot van bepaalde dingen in mijn leven. Dat kwam, omdat iemand mij daarmee confronteerde. Ik was, zonder me daarvan bewust te zijn, blijven hangen in een oud mechanisme en had me daaraan vastgeklampt. Er was een soort interventie van een ander voor nodig om me dat duidelijk te maken. 

Dat oude mechanisme bestaat eruit dat ik tijdens het zorgen voor iets of iemand mijn eigen behoeften en soms zelfs mijn eigen mening uit het oog verlies. Ik ben volledig gefocust op wat de ander nodig heeft of op wat ik denk dat de ander nodig heeft. Kost wat kost moet ik voldoen aan wat ik mezelf opleg. Daaronder zit de angst niet aan de maatstaven van een ander te voldoen en daardoor iets of iemand kwijt te raken. Alles moet op rolletjes lopen en als dat niet zo is, ligt dat aan mij. Wat natuurlijk onzin is. Het voelt alleen maar alsof het zo is. 

Het is onmogelijk om aan alles en iedereen tegemoet te komen zonder mijzelf daarbij te verliezen. En als ik eerlijk ben, is dat hetgeen waarvoor ik het meest bang ben: mijzelf kwijtraken. Als ik niet goed voor mezelf zorg, kan ik ook niet goed voor de ander zorgen. Zo simpel is dat. Het kan een hele tijd goed lijken te gaan, maar op een gegeven moment stort toch mijn kaartenhuis in. 

Inmiddels ben ik ervaren genoeg om te weten wat ik nodig heb om uit de mallemolen te stappen die ik zelf heb aangezet. Ik heb rust in hoofd en lijf nodig en dat kan ik op verschillende manieren voor elkaar krijgen. Het begint met hoe ik mijn dag opstart. Doe ik dat gehaast en spring ik direct uit bed zodra ik wakker ben of neem ik de tijd voor ademhalings- en yoga oefeningen? En hoe ben ik de dag ervoor geëindigd? Heb ik eindeloos spelletjes op mijn telefoon gedaan om maar niets te hoeven voelen of heb ik die fijne meditatie gedaan die ook op mijn telefoon staat? Een lijstje maken van alles wat op dat moment belangrijk voor me is en waarvan ik blij word, is ook zeer verduidelijkend. 

Het hangt allemaal met elkaar samen en komt steeds weer terug bij wat ik hierboven schreef: goed voor de ander zorgen begint met goed voor mijzelf zorgen. Ik kan bij een (naderende) vliegtuigcrash geen ademhalingsmasker bij de ander opzetten als ik niet eerst mijn eigen masker heb opgezet. En ik hoef ook niet alle passagiers van die maskers te voorzien, als dat al zou kunnen. 

Ik begrijp heel goed waar het mechanisme vandaan komt. Vroeger was het noodzakelijk dat ik mijzelf wist te redden, of dat nu thuis was of in één van de andere gezinnen waar ik woonde. Ik leerde haarfijn aan te voelen hoe ik mij moest gedragen: moest ik maken dat ik wegkwam of moest ik juist in stilte op de achtergrond aanwezig zijn om de scherven op te ruimen? Ik was altijd aan het voelen wat de ander nodig had. Wat mijn eigen wensen en behoeften waren, wist ik niet, want die waren niet van belang. Inmiddels weet ik dat gelukkig wel, maar toch kan het gebeuren dat ik dat even vergeet. Dan ben ik zo gefocust op alles om me heen en op wat ik vind dat ik moet doen, dat ik in mijn eigen valkuil loop. Het kan even hard aankomen als ik mij daarvan bewust wordt, helemaal als een ander mij daarvan bewust maakt (want dan heb ik in mijn ogen niet voldaan aan datgene waaraan ik had moeten voldoen). 

Het was fijn dat er iemand was die zag dat het noodzakelijk was om mijn tredmolen stil te zetten. En gelukkig zag ik in waarmee ik bezig was. Nu geniet ik weer. 

Ilona Lekahena