Mijn ouders kunnen de zorg voor mijn broer echt niet meer aan. Wat kan ik doen?

Mijn oudere broer (nu 56) lijdt al zolang ik me kan herinneren aan psychische stoornissen. De diagnose is door de jaren heen nogal eens veranderd maar hij is in elk geval chronisch depressief. Hij woont zelfstandig maar redt dat eigenlijk alleen maar door de hulp die hij van onze ouders krijgt.

Ik zie al jaren met lede ogen aan hoe met name mijn moeder veel te zwaar belast wordt door deze zorg.

Zij voelt zich zo verantwoordelijk voor mijn broer dat ze hem volgens mij veel teveel uit handen neemt. Nu mijn ouders ouder worden, verwachten zij stilzwijgend van mij dat ik de zorg van ze overneem. Maar ik voel me daar helemaal niet prettig bij. Ik wil best iets voor mijn broer betekenen, maar ik wil niet mijn hele leven erdoor laten beheersen zoals dat nu bij mijn ouders gaat. Wat kan ik doen?

Allereerst mag je jouw eigen bereidheid om er voor je broer te zijn en de grenzen daaraan als uitgangspunt nemen. Je voelt al dat je best iets voor hem wilt betekenen, maar dat de manier van jouw ouders voor jou niet passend is. Neem dat serieus en denk eens na over wat voor jou wel passend zou zijn.

Het mooiste zou zijn als je uiteindelijk met alle betrokken partijen open in gesprek zou kunnen gaan. Al die partijen zijn je ouders, de broer om wie het gaat, jij, eventuele andere broers en zussen en eventuele hulpverleners. Als die er niet zijn, is het verstandig om de huisarts van je broer in het proces te betrekken. Natuurlijk moet je broer hier wel toestemming voor geven.
Het doel is bespreken wat jouw broer nodig heeft, wie wat kan bieden en vooral ook wat niet, om zo gezamenlijk tot een goed vangnet te komen. Een regeling waar iedereen achter kan staan. Dus als jouw broer niet voldoende heeft aan de hulp die jij hem wilt bieden en jullie ouders kunnen dat ook niet meer, dan zal er op professioneel gebied meer moeten gebeuren. Te denken valt dan aan thuiszorg, een buddysysteem, aanvullende behandeling en/of medicatie en, als de situatie ernstig genoeg is, opname. De huisarts is de aangewezen persoon om aan te geven wat er aan professionele ondersteuning mogelijk is. Daarom is het belangrijk dat hij of zij bij dit gesprek aanwezig is.

Voordat je zover bent dat je dit gesprek kunt gaan voeren, moet er misschien veel voorwerk gedaan worden. Het is voor alle partijen een moeilijk en confronterend traject. Je ouders hebben zich misschien hun leven lang ingespannen om een opname te voorkomen. De broer in kwestie zal misschien protesteren tegen zoveel openheid en bemoeienis. De rol van alle broers en zussen wordt ineens duidelijk. Je moet dus niet verwachten dat je alle neuzen meteen dezelfde kant op krijgt. Kaart het aan bij alle betrokkenen, of vraag iemand anders om dat te doen. En geef het wat tijd om te bezinken. Wees ook duidelijk naar eventuele broers en zussen dat zij hun eigen beleving serieus mogen nemen. Het is een valkuil om in de verwijtende sfeer terecht te komen en elkaar dingen te gaan verplichten. Als uiteindelijk alle partijen bereid zijn tot een gesprek, kun je proberen om tot afspraken te komen.